Het Huis van de Ezel 2
alje • 26 februari 2021
We zitten aan de Haven aan de oude eettafel van de ouders van Lia die schuin tegenover ons woonden. De kinderen waren aan het stoepranden of renden rondjes door de poort. De moeder van Lia schikte de bloemen en dekte de tafel. De tuin stond vol rozen en mijn oog viel vaak op de prachtige Camelia’s. Mijmerdingen. Over dertig jaar geleden nog maar, een leven. De werkelijke ontmoeting die ik in het Bastion had op Veteranendag. Ik wist niet dat hij jaren in Nederlandsch Indië had gediend voor volk en vaderland. Ik herinner mij nog zijn boosheid toen hij vertelde over zijn vakantie in China toen daar nog Oeigoeren waren. Ik vroeg mij wat hij daar deed en deed hem ontploffen toen ik mijn mond niet kon houden en vroeg of hij ook naar China zou zijn gegaan als alle kosten van de reis doorberekend zouden zijn. Ik was te links en hij werd pislink. Toen al hadden we korte lontjes. Er is slechts een klein vlammetje nodig in een kruitvat. En in mij zingt Leonard Cohen, de man met die stem die aan het einde van zijn leven niet meer lager en zachter kon. ‘A million candless burning for the love that never came. ..You want it darker/ We kill the flame.’ Donker was zijn stem die in mij resoneert, donker was ook de boodschap van zijn boodschap maar dan toch af en toe die draden van licht.
Ik zink weg in mijn gedachten en zing met Leonard mee. Show me the place. Huib Sacré doet zijn naam eer aan en vertelt verder over het Huis van de Ezel aan de overkant van de Haven. Nu zie ik pas dat het gestut wordt en ik zoom uit en verbaas mij over die enorme stalen steunberen die het Huis uit de vijftiende eeuw overeind houden. Welke verhalen herbergt dit Huis? Wie hebben er gewoond? En Huib met de verhalen onder zijn huid, vertelt verder. Over daar en toen. Over Job uit het Oude Testament. Job de Dulder, Ayub in de Koran die al zijn bezittingen verloren heeft en zegt: De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen. Zijn Naam zij geheiligd.
’s Middags gaan Renée en ik bij Mahmoud en Maryam op bezoek. Geen omhelzing maar blijdschap en een boks. Wanneer mogen we weer uit de boks, denk ik kinderachtig. Waarom laten we ons soms zo behandelen als onmondige kinderen? Maar dat is een verhaal voor later. Eerst geniet ik van de Arabische koffie die ik eens afschuwelijk vond. Op de bank liggen pufjes en een vernevelaar. Het gaat beter met mijn Habibi. De pijn op zijn borst is minder en goed te verdragen, hij heeft zelfs aan Maryam voorgesteld om iedere dag weer een half oertje te gaan wandelen. Maryam, in haar lange okerkleurige jurk straalt als hij dat zegt. We praten over de verschillende opvattingen over opvoeding van kinderen. Voor hen is het onbegrijpelijk dat ze ver weg wonen of niet iedere dag langskomen of tenminste even bellen. Hoe lang geleden hadden wij nog dat NCRV gevoel. De theemuts van Mama en Farce Majeure. Ja, het is uit het leven gegrepen. En ik mijmer mij even naar de lange stamtafel in de keuken van het Grote Huis op Terra Sacra waar de hoop zich weer herinnert en het geloof in Liefde het weer op haar heupen kreeg. Waar doden weer tot woorden gewekt en zinnen langzaam wakker werden gekust. Daar en toen, in wat eens volledig en onherroepelijk voor altijd en eeuwig scheen uitgeblust. Daar bleek hier het antwoord en weerzin werd weer zin. Zo dichtbij, het onwaarschijnlijke bleek heel dichtbij.
Heren, zullen we verder? Vraagt Lia en trekt lijnen op papier en zet een streep onder het gemijmer. Waslijn mag dan wel in de verleden tijd staan, het moet wel in de wereld. Werk aan de Winkel Bosma
Ik zink weg in mijn gedachten en zing met Leonard mee. Show me the place. Huib Sacré doet zijn naam eer aan en vertelt verder over het Huis van de Ezel aan de overkant van de Haven. Nu zie ik pas dat het gestut wordt en ik zoom uit en verbaas mij over die enorme stalen steunberen die het Huis uit de vijftiende eeuw overeind houden. Welke verhalen herbergt dit Huis? Wie hebben er gewoond? En Huib met de verhalen onder zijn huid, vertelt verder. Over daar en toen. Over Job uit het Oude Testament. Job de Dulder, Ayub in de Koran die al zijn bezittingen verloren heeft en zegt: De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen. Zijn Naam zij geheiligd.
’s Middags gaan Renée en ik bij Mahmoud en Maryam op bezoek. Geen omhelzing maar blijdschap en een boks. Wanneer mogen we weer uit de boks, denk ik kinderachtig. Waarom laten we ons soms zo behandelen als onmondige kinderen? Maar dat is een verhaal voor later. Eerst geniet ik van de Arabische koffie die ik eens afschuwelijk vond. Op de bank liggen pufjes en een vernevelaar. Het gaat beter met mijn Habibi. De pijn op zijn borst is minder en goed te verdragen, hij heeft zelfs aan Maryam voorgesteld om iedere dag weer een half oertje te gaan wandelen. Maryam, in haar lange okerkleurige jurk straalt als hij dat zegt. We praten over de verschillende opvattingen over opvoeding van kinderen. Voor hen is het onbegrijpelijk dat ze ver weg wonen of niet iedere dag langskomen of tenminste even bellen. Hoe lang geleden hadden wij nog dat NCRV gevoel. De theemuts van Mama en Farce Majeure. Ja, het is uit het leven gegrepen. En ik mijmer mij even naar de lange stamtafel in de keuken van het Grote Huis op Terra Sacra waar de hoop zich weer herinnert en het geloof in Liefde het weer op haar heupen kreeg. Waar doden weer tot woorden gewekt en zinnen langzaam wakker werden gekust. Daar en toen, in wat eens volledig en onherroepelijk voor altijd en eeuwig scheen uitgeblust. Daar bleek hier het antwoord en weerzin werd weer zin. Zo dichtbij, het onwaarschijnlijke bleek heel dichtbij.
Heren, zullen we verder? Vraagt Lia en trekt lijnen op papier en zet een streep onder het gemijmer. Waslijn mag dan wel in de verleden tijd staan, het moet wel in de wereld. Werk aan de Winkel Bosma