Vrouwen
Alje • 23 februari 2021
Ik had mij voorgenomen om over vertrouwen te schrijven maar mijn wijze vingers hebben hun eigen logica en schrijven: Vrouwen. Ik geef mij over aan de stroom en schrijf als uit mijzelf voor jou voor jou.
en ik kijk en luister naar mij in jou, in mijn wereld vol Niets. We spreken beiden een andere tijd, een andere taal waarin ik soms verdwaal. Dan zoek ik herkenning in jouw blik, in een teder gebaar. En jij lijkt mij, wonderlijk toch, in jou aanwezig, steeds dieper te verstaan. Je draagt mij, steeds minder maar nog steeds, je vraagt, behaagt niet meer. Onze eens intense liefde zonder zeuren, zonder min of meer. Dragen. Liefde ook toen alle deuren stevig in het slot schenen te zijn geslagen. En taal noch teken voor mij, voor jou, voor niemand niet meer zeker leken.
en in een spaarzaam moment bekennen we kleur. Nat in Nat. De Taal is Traan, niet langer waan. En Traan is niet meer op rantsoen en toont soms heel teder onze tijdeljkheid voorbij de Orde van het doen.
en dichterbij bleek een beetje Licht er bij en Duisternis wordt stilaan weer die liefdevolle Luisternis. Gevuld met vermogen er te zijn en vooral erbij te blijven. Ook als de pijn als intimiteit, geïsoleerd, naar binnen en naar buiten slaat en alles laaiend om zich in heen neer maait.
en Al komt goed en alle dingen komen goed. Licht komt weer binnen als een fluistering. Ik kan mijzelf weer zien, zelfs horen en begrijpen. Omdat ik door jou gehoord, gezien, begrepen ben. Jij beheerst het Ambacht van Aandacht. Je moest er alleen even bijblijven. Uiteindelijk begint alles daar. Hier!
en wat ga ik nu doen met vertrouwen? Ik laat het maar even rusten. Het gaat zoals het gaat. En Huub zingt: Als het golft, dan golft het goed. Niet te stuiten, niet te sturen. Duurt het dagen, duurt het uren. Als het golft dan golft het goed.
Trusten. Ik draai mij nog één keer om. Er wordt voor mij gezorgd. Vrouwen.
"Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.'' (Matteus 25, 35-36).