Samson
Alje • 24 februari 2021
Stiekem rook ik met lange halen mijn shagje, altijd Samson, op het toilet van ons nieuwe huis aan de Bonkevaart. De peuk verdwijnt in de wc pot. Ik was met het blok Sunilzeep mijn handen stuk, met mijn nagel scheur ik het pakje Stimorol open, haal twee kauwgumpjes uit het pakje dat ik bij de Jamin op de Nieuwstad had gejat, nog een keer doortrekken, gezicht in de plooi, niemand merkt dat ik in huis gerookt heb. Nog een blik in de spiegel boven het buikkastje in de gang, mijn haar wordt lekker lang maar die neus ook. Shit. Ik hoor mijn naam. Haar stem. Alje, kom je nog? De afwas is gedaan. Argeloos neem ik aan dat niemand in de gaten heeft dat ik gerookt heb. Met een aanrechtdoekje maakt ze het aanrecht schoon en ik ga zitten aan de tafel met het harde keukenzeil en wacht. Twee straaljagers gaan door de geluidsbarrière. Op tafel de oranje bak met aardappelen. Burgers denk ik. Altijd Borgers. 

Ze is klaar met wrijven, trekt haar huishoudhandschoenen uit. Rook je mee, vraagt ze. Ik schrik terwijl ze mij het pakje Gladstone groen voorhoudt. Hoe weet zij nou dat ik rook? Zwijgend roken we onze eerste gezamenlijke sigaret. Zij rookt niet door de longen, ik had het net geleerd. Tevreden haal ik diep de gore lucht van mentol in. Zij schenkt nog een kopje thee in, ik haal uit mijn achterzak de Samson tevoorschijn en leg die op tafel. Ik ben veertien en gelukkig.

Bijna vijftig jaar later neem ik op het Centraal station van de hoofdstad afscheid van mijn dierbare vriend, de componist met de witte manen die met trillende vingers een shagje (Samson) draait, aansteekt, diep, licht reutelend inhaleert en met zijn kin naar de hemel gericht, uitademt. Hij is slonzig gekleed, zijn volle haardos, drie dagen geleden nog geborsteld spriet naar alle kanten, zijn glanzende ogen met hangende Wallen, vullen zich met tranen als hij zegt dat hij graag nog even wat wil spelen. 
In de stationshal galmt een stem dat de trein naar het noorden een vertraging heeft van vijf minuten. ' Dan kan ik nog net even John Cage doen', en hij opent de klep van de piano zo plechtig als alleen hij kan doen. En dan is het stil. Vier minuten en drieëndertig seconden later, sluit hij bijna sacraal de klep, zijn hoofd zakt alsof hij een buiging maakt voor de componist van het stuk en het toegestroomde publiek dat met open mond naar zijn stilte heeft geluisterd. De galmende stem geeft aan dat de trein naar het noorden een extra vertraging heeft opgelopen van circa tien minuten. Een kleine jongen maakt zich los uit het publiek en vraagt aan de componist met de witte manen of hij nog iets wil spelen. De klep wordt weer geopend, de ogen vullen zich weemoed, de oude vingers vinden als vanzelf de toetsen. ' Ouvrez la tête, s'il vous plaites'. Satie. De ruimte, even daarvoor nog een holle hal, vult zich met klanken los van de tijd. Als de componist met de witte manen de klep voor de laatste keer zacht sluit en buigt voor een verbluft publiek, klinkt voor de derde keer een metalen stem door de speakers van het monumentale station. ' De trein naar het noorden staat gereed op perron 8 buiten de overkapping aan de linkerzijde. De componist met de witte manen knikt, draait dwars nog een shagje en zegt met een grimas dat het vast niet zo'n vaart zal lopen. In de tunnel kijkt hij nog één keer om en zwaait met de oude aktentas gevuld met de partituur van de Matteüs naar zijn publiek. ' Niet vergeten, Erbarme Dich.'
Dag Reinbert, roep ik maar hij is al uit mijn beeld verdwenen.

Verhaaltje van mij met mijzelf in het beeld van Rivka Piekhaar. Onderweg.
door duda-wsm 3 april 2023
een rondje kunst
door alje 29 januari 2023
This is a subtitle for your new post
door duda-wsm 1 november 2022
This is a subtitle for your new post