Voor mijn vijftigste verjaardag heeft ze mij uitgenodigd om samen naar het eerste optreden van Leonard Cohen te gaan. Het is bankencrisis en daar hebben Leonard en ik last van. Leonard is belazerd door een zakenpartner en is alles kwijtgeraakt. Alles wat ik er doorheen heb gedraaid, is aan mijzelf te danken. Hoewel?
We lopen door de Haarlemmerstraat, richting Westergasfabriek. Het is zomer en koud. Zij koopt voor mij een zwart vest dat tien jaar later door de motten aangevreten, in de Kliko verdwijnt. De herinneringen blijven. Lichte miezerregen en toch zingen we de liedjes van de meester. ‘Where, where is my gypsy wife tonight.’ We verkneukelen ons op de liedjes die hij voor ons zal zingen.
Zielsgelukkige mensen zijn op dit concert afgekomen. Op de steeds drassiger grond gaat het publiek uit zijn dak. Hier staat een blij mens. Bij het begin en eind van ieder nummer bedankt hij royaal de muzikanten. Het danken duurt soms langer dan het lied zelf. Het janken ook. En de muziek blijft broeien en het publiek beantwoordt ieder woord van dankbaarheid. Halverwege het optreden gaan mijn traansluizen open als Leonard Cohen met zijn sonore stem vertelt over de aanleiding van het komende lied. If it be your will. Zijn hoed gaat af, stilte vult de open ruimte. Een lied, een gebed. Hij verdwijnt naar de achtergrond, the sublieme Webb Sisters zingen licht door gebrokenheid.
Niet mijn wil geschiede. Niemand die dit leest, is ongeschonden door het leven gekomen. En allemaal hebben we soms te maken met situaties die vragen om de inzet van onze wil. Over de wil is veel geschreven, nu doe ik het ook weer. ‘Je moet doen wat je niet laten kunt’, bromt een stem in mij. Voor mij betekent willen, soms tegen beter weten in, ploeteren om iets tot stand te brengen. Maar er is ook een gezonde wil die voortkomt uit onze kern, ons wezen, uit wie we zijn. Iets onvoorstelbaars. Een metakracht die ergens in en rond ons is die het spel van al die verschillende delen van onze persoonlijkheid lijkt te sturen zonder zich met één ervan te vermengen of te vereenzelvigen. Al die stemmen, al die delen van wie ik denkt te zijn. ‘Er is niks van jou bij, alles wat je met je ogen dicht ziet, is van jou’. En ik doe mijn oogje dicht en dank in stilte voor alles wat ik heb mogen ontvangen in dit leven.
Het boek is onderweg naar de drukker en uit mijn handen. Het is niet meer aan mij. En wellicht is het dat nooit geweest. Uit de grond van mijn hart wil ik iedereen bedanken die dit mogelijk hebben gemaakt. En zal ik dan nu, net als Leonard mijn dank persoonlijk richten? Bijvoorbeeld aan mijn nichten? Aan Joke, Thea, Baukje, Jehanne, Hermien, Marloes, Wendy, Ingeborg? Wat ben ik blij met jullie bijdrage. Ik zal je naam niet noemen omdat je dat niet nodig vindt. Die Friese of Groningse aard van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’. Daar krijg ik gek genoeg, maar geen genoeg van. Frysk bloed. Sjoch op...