Oog in Al
Alje Bosma • 2 februari 2021

Het is de eerste zondagochtend na het instellen van de avondklok. Het is rustig als ik op de A2 de rechter rijbaan neem langs Oog in Al, de lange tunnel in duik en verlicht weer boven kom met aan de linkerkant van de weg het Sint Antonius. Heilige Antonius, beste vrind. Zorg dat ik mijn verstand weer vind. De heilige Antonius, schutspatroon voor zoekgeraakte spullen. En mijn verstand was goed zoek toen ik hier als laatste ‘redmiddel’ in februari 2017 drie maanden verbleef en behandeld werd met elektroshocks. Een schokkende tijd die ondanks de nare associaties met One flew over the Cuckoo’s nest, het begin van mijn herstel inluidde. Het gebedje was niet voor niks. Toen kon ik mij, naast al het andere, geen beeld vormen van de lange weg naar herstel en beter worden. Terwijl ik de afslag Maarssen neem, denk ik aan het laatste bezoek van Hans en Anne Marie en de vier ballen gehakt die ze voor mij hadden meegenomen.
Ik neem de afslag Oud-Zuilen naar hun nieuwe huis en parkeer de Groene Soes in de doorweekte berm van een fietspad. Links van mij de jachthaven en de Vecht, over het bruggetje een prachtig open huis. Hans verwelkomt mij lachend en waarschuwt mij niet op de geïmpregneerde vloertegels van de keuken te lopen. O, zeg alsjeblieft niet dat ik iets niet mag doen, denk ik in stilte. Nog steeds heb ik moeite met verboden.
Het is heerlijk om in deze ruimte van licht te zijn. De zwaarte leggen wij er wel in. En dat is niet erg omdat tussen ons een ruimte van respect rust. Wat heb ik dat toch gemist, denk ik met terugwerkende kracht. Of is het klacht? Wat mij na mijn bezoek aan Inge Knoope duidelijk is geworden, is dat die twee dicht bij elkaar liggen. Het onder ogen komen van je klacht, van dat wat je gemist hebt, is een voorwaarde om te komen bij je levensmissie. Jouw kracht. Die van Hans ligt in zijn vermogen tot bezinning. Zijn woorden worden altijd behoedzaam voorafgegaan door een lange afwegende stilte die mij goed doet. En die ik vaak verstoor.
Hans heeft mijn manuscript gelezen en is onder de indruk. Hij herkent mij, hij kent ook mijn proces. Enigszins beschroomd, beduusd noemt hij het liever, vertelt hij dat hij het ademloos gelezen heeft, het boeiend vond maar twintig bladzijden voor het eind afhaakte. Hij had het gevoel dat het derde deel prachtig maar vooral een ode aan Renée is. En dat is het ook, geef ik terug. Het is niet niks om bij iemand te blijven die zich minder dan niks voelt. Een mooi gesprek ontstaat over geven en nemen en wat er nodig is om iedereen in een ernstig ziekteproces in zijn of haar kracht te zetten. En dat begint bij de erkenning van de klacht. Pas als die onder ogen is gekomen, kan een balans zich werkelijk herstellen en een proces zich helen.
Als ik afscheid neem van Hans, zie ik dat er een blauw witte bon onder één van de ruitenwissers steekt. Het zal toch niet zo zijn dat…? Maar de werkelijkheid is altijd vriendelijker dan wat zich in mijn hoofdbestuur afspeelt. Een buurtbewoner heeft zijn zorg geuit over mijn foutief parkeren. Ik laat de bon zitten die in de tunnel vleugels krijgt en door de buis fladdert.
Verhalen vertellen voorkomt vergeten. Ik doorloop nog een keer de verhalen die ik heb geschreven. Is dit wat ik beoogd heb met het boek? Ben ik in staat geweest om zo volledig mogelijk weer te geven wat die inktzwarte periode van depressie en psychoses voor mij en mijn omgeving heeft betekend? En wat het heeft opgeleverd!
Ik moet wel erg naïef zijn om te denken dat alle ervaringen en betekenisvolle momenten in dit boek zijn samengepakt. Natuurlijk niet. Het zijn slechts reflecties, rimpelingen in het water. Net gekomen als die op de grachten van Vermeer’s Zicht op Delft. Na drie eeuwen zijn die levendige rimpelingen in het water nog steeds aanwezig in dit schilderij van adembenemende schoonheid. Het toont fragmenten van een voorbije tijd en openbaart tegelijkertijd iets dat er altijd was en zal zijn. Iets absoluuts of soeverein. En ik heb niet de pretentie of gedachte dat Waslijn diezelfde kwaliteit heeft. Het is de beschrijving van een proces dat weer in beweging is. En wat ben ik daar dankbaar voor. Dankbaarheid is zo veel meer dan ‘dank je wel’. Het is de draad die ons ten diepste verbindt, die ons voedt en ons het gevoel van thuis-zijn geeft.
Ik blijf even hangen op het woordje ‘geeft’. Ik heb zo veel gekregen in de afgelopen jaren. Wat kan ik in vredes naam terug geven aan al die mensen die er voor mij waren en nog steeds zijn? Mijn antwoord hierop is dit boek. Waslijn.
PS: en die naamsverandering van Al naar Anders op mijn verjaardag? Die laat ik maar zitten. Die is voor de Witte
#waslijn #deoudeapotheek #elektroshocks #ik&jij#schoolvoorsamen#herstel#herstel/beter
Opmerkingen