Blog

Het Huis met de Ezel 1

door duda-wsm 03 apr., 2023
een rondje kunst
door alje 29 jan., 2023
This is a subtitle for your new post
door duda-wsm 01 nov., 2022
This is a subtitle for your new post
door duda-wsm 24 okt., 2022
This is a subtitle for your new post
door duda-wsm 03 okt., 2022
This is a subtitle for your new post
door duda-wsm 26 sep., 2022
een spade dieper, een inleiding van de eenakker van Brinkman en Bosma. Ze eren hun vaders, resp. Minne en Harke, twee doodgravers op leeftijd die in hun herinneringen graven en mijmeren over leven en dood. Dood geeft het leven diepte. Dat is een ding dat zeker is. De Doodgraver Dialogen, een feestje ter ere van het leven en de dood, zijn verhandelingen over doodse en vooral levende stilte. Stilte als antwoord en bovenal niets-weten als houvast in de zekerheid dat het leven in deze vorm eindig is. Ook voor jou. De boot van de Onsterfelijkheid is maar klein. Hoe meer overtollige ballast we weggooien, des te groter is de kans dat we veilig aan de overkant komen. Overkant? Stilte? In alle ruïnes en kerkhoven, achter iedere zerk die niet anders is dan de muur tussen leven en dood, wonen verhalen of delen van het lot. Het lot dat wij creëren door te leven, het web van de goden. Of het blinde schot van het toeval. Tijd verstrijkt en laat niemand onberoerd. Uit einde lijk Stilte is de plek van de dood, van het niets. In feite is er zonder taal geen stilte. Dus geen leven. Als leven stilte is, wat is dan haar klank? Er is geen stilte zonder de handeling van tot stilte brengen. De mannen zoeken woorden omdat die het begin zijn van vrijheid. Alle stilte wacht om te worden doorbroken. En toch…Klopt dat wel Minne? Laten we niet langer slenteren binnen het bereik van het bekende, niet langer wegkruipen in het Graf van Gewoonte waarin we ons verbeelden vrij te zijn. Laten we een spade dieper gaan en terugkeren naar de plek van waaruit we eens vertrokken. Een beetje met weemoed dat niet veel anders is dan onze herinnering aan geluk dat voorbij is. En ook dat gaat weer voorbij
door duda-wsm 19 sep., 2022
oog, ogen, oog

eb

door alje 02 sep., 2021
Die eerste tijd na mijn vrijlating, voel ik mij ontheemd. Dof. Eén doffe ellende. Goed, ik ben niet meer klinisch depressief maar ik ben geen schim van wie ik was. Ik ben nog lang niet de oude en weet nog niet dat ik dat ook nooit meer zal zijn. Depressie is een schimmel die alle sporen van vreugde wegwist. Vreugde is zin. Is energie. Mijn zintuigen werken op een laag pitje. Mijn woorden hebben geen zin. Mijn stem is gesmoord. Mensen moeten zich naar mij buigen om mijn zwakke woorden te verstaan. En als ze te dichtbij komen, stamel ik wat verwarde woorden en trek mij het liefst terug op de Bol, langs de Lek. Ik eb De Secretarisvogel keek wat verdwaasd om zich heen. ‘Waar ben ik in vredesnaam?’ Hij trok zijn vleugels recht en fatsoeneerde zijn korte zwarte broek. Hij had lang gevlogen en had waarschijnlijk een verkeerde thermiek genomen. Hij had honger en ging op zoek naar een lekker maaltje. Hij plukte een paar slakken van de nog drassige grond en verstopte die in zijn verenkleed. Slangen of zalm, zijn lievelingseten, vond hij niet. Net toen hij op de slakken zout wilde leggen, werd hij in zijn kuit geprikt door de Tureluur. ‘ Laat die beesten even los, anders krijg je het met mij aan de stok,’ zei de Tureluur dreigend. Ondanks het grote lengteverschil was de Secretarisvogel geïntimideerd. ‘Sorry, maar ik had honger en dacht….’ ‘Je moet niet denken, je moet kijken. Verbanden zien. Alles hier is met elkaar verbonden. Bovendien, wat kom je hier eigenlijk doen? Je hoort hier niet!’, sprak de Tureluur bars. De Secretarisvogel keek de Tureluur vanaf de hoogte verward aan. ‘ Ik weet ook niet wat ik hier kom doen. Ik ben verdwaald en weet niet meer hoe ik terug kom. Ik weet wel dat ik een enorme honger heb.’ ‘Aan dat laatste kan ik wel wat doen. Aan het eerste niet,’ zei de Tureluur die zich herinnerde dat ook hij weleens wanhopig verdwaald ergens ronddoolde. ‘ Ik weet ook niet hoe je terug moet vliegen en als je besluit om te blijven dan moeten we eens heel serieus met elkaar in gesprek gaan en kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Lust je rivierkreeftjes?’ vroeg de Tureluur iets minder bars. ‘Heeft u misschien ook zalm?’, vroeg de Secretarisvogel licht beschroomd. De Tureluur keek even in de verte, schudde zijn hoofd. ‘Zalm hebben we niet meer. Ja, vroeger wel. Zelfs zoveel dat de mensen die aan de rivier werkten, in hun contract lieten opmaken dat ze slechts 1 keer per week hoefden eten. Mensen zijn vreemd. Verwende nesten.’ ’Ach, doet u mij dan maar een rivierkreeftje’, sprak de Secretarisvogel bescheiden. ‘Of misschien een zeekraalkroketje?’
door alje 31 aug., 2021
Hier heeft mijn hart haar thuis. Niet daar maar hier. In deze gemeenschap. En iedereen die mij kent en leest, weet dat ik het niet altijd makkelijk vind om mij ook deel van een gemeenschap te voelen. Net als iedereen ben ik anders. Ik trek mij vaak terug op mijn eigen eiland en mijmer dan over daar en toen en als. In mijn eigen kluis sluit ik de wereld buiten. Ik houd van vergroten en omdraaien en vraag mij af of de wereld ook mij uitsluit? Een herinnering welt op. Ik geef in Rotterdam een training aan vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In de groep zit een kleurrijke vrouw gehuld in zwart. Voortdurend valt ze op door de kwaliteit van haar vragen. ‘Maar mevrouw’, vraagt ze aan een mede-cursist, ‘u vraagt zich af of de maatschappij wel op een vrouw van vijftig zit te wachten maar zit u zelf als vrouw van vijftig wel op de maatschappij te wachten?’ Na afloop van de training wil ik haar een hand geven en bedanken voor haar rol in de groep. Haar handen trekken zich terug op de plaats van haar hart en mijn uitgestoken hand hangt er wat lullig bij. Het is nog geen Corona-tijd. Haar mondhoeken gaan omhoog, haar woorden ontroeren mij nog steeds. ‘Alje, ik geef u geen hand maar weet dat ik een diep respect heb voor u.’ Haar rechter hand gaat naar haar hart, haar ogen vinden en bevrijden mij van de afstand van mijn veroordelende gedachten. Ze vertelt op de drempel nog een verhaaltje. ‘ Eigenlijk ging uw hele les over het volgen van je verlangen. Eens vroeg ik aan mijn vader wat de naam van het verlangen is. Na een lange stilte zei hij: het verlangen is dat wat je roept. Je kunt het alleen zelf een naam geven. Soms is er ineens een vonk die je verwonderd stil doet staan en tegelijkertijd maakt dat je op weg gaat.’ Ze opent de deur en draalt nog even op de drempel. ‘Een ding kan ik u wel zeggen, Alje. De naam van het verlangen volgen, betekent thuiskomen. En dat heb ik mij vandaag bij u gevoeld. En nu moet ik gaan. Er wordt op mij gewacht.’ Ik kan haar alleen maar be-amen en buig diep voor de les die zij mij heeft gegeven.
Show More
Share by: